Voorrang krijgen … no thanks!

Verkeer. Als autist ben ik eigenlijk dol op het verkeer. Of nee, op de verkeersregels. Ze zijn zo duidelijk, er zijn regels voor alle situaties, perfect.

Maar ik woon ook in Eindhoven, redelijk dicht bij de Belgische grens, en dus rijdt er hier ook veel Belgisch verkeer. En Belgische automobilisten zijn gewend om voetgangers die aan de rand van de weg staan te wachten om over te steken, voorrang te geven. Dus zij komen aangereden, remmen, maken een mooi gebaar van “gaat u maar” en dan kun je dus oversteken. Maar DAT WIL IK DUS NIET!

Niet omdat ik niet van hoffelijkheid hou, of omdat ik het niet aardig zou vinden, maar het overvalt me, en dan heb ik dus de rest van de verkeerssituatie niet goed in de gaten. Bovendien weet ik niet of die voorrangverlener wel rekening heeft gehouden met de rest van de weg. Dus dan steek ik over, en dan kom ik op de andere weghelft een bestuurder tegen die schijt heeft aan het feit dat mij voorrang is verleend, en dan sta ik daar, in het midden, een beetje angstig te wachten tot ik wél helemaal kan oversteken. En onderwijl roept mijn hoofd de hele tijd “Dit zijn niet de regels, dit zijn niet de regels!”

Dus als mij voorrang wordt verleend, wuif ik ze meestal door. (Naar gelang mijn humeur gaat dan al dan niet met een vriendelijke glimlach…) Snappen die mensen dan weer niks van, ze schudden meewarig hun hoofd. Maar ja, ik heb zo midden in het verkeer geen tijd om ze even uit te leggen waarom ik niet oversteek.

Dus … alle aardigheid ten spijt: no thanks, laten we het maar gewoon volgens de regels doen, oké?

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Buikpijn!

Ik weet me nog heel goed de zomer te herinneren tussen de zesde klas van de lagere school (nu groep 8) en de brugklas. Acht weken duurde die vakantie, en ik kan me vooral herinneren dat ik buikpijn had.

Nou had ik wel vaker buikpijn: ik had wekenlang buikpijn gehad omdat ik wist dat we in dat laatste schooljaar op kamp zouden moeten. Die buikpijn ging pas weg toen mijn ouders me bezworen hadden dat ik écht niet mee hoefde op dat kamp. Ook had ik wekenlang buikpijn omdat ik wist dat we naar de schooldokter moesten. En hoewel mijn moeder altijd had geregeld dat ik niet naar de schooltandarts hoefde, was de schoolDOKTER een ander verhaal. En in de derde klas had ik anderhalve maand buikpijn omdat er op basis van geboortedatum uitnodigingen waren verstuurd voor een nieuwe ronde vaccinaties (DPTP), en als ik ergens bang voor was dan waren het wel vaccinaties, dus ik moest een jaar lang elke middag zorgen dat IK als eerste bij de brievenbus was, zodat ik de oproep van het witgele kruis kon verdonkeremanen. Kortom: ik was als kind voortdurend bezig me druk te maken over dingen die gingen of zouden kunnen gebeuren.

Ik had niet alleen buikpijn voor vervelende dingen; ik had ook buikpijn voor ‘op vakantie gaan’, of voor een verjaardag van een klasgenootje. Of als we op concours gingen met de pony’s. Alle dingen die niet standaard waren in mijn dagroutine waren spannend, en dus buikpijnveroorzakend. En als het nou héél spannend werd, kreeg ik er ook nog migraine bij. Dan lag ik helemaal verkrampt van de pijn in een volledig verduisterde kamer, met mijn moeder die telkens zei “Niet zo gespannen liggen, ontspan nou eens…” Ja, makkelijker gezegd dan gedaan!

Toen ik wat ouder werd, moest ik naar de huisarts. Ik had ‘spastische darmen’ en ik moest vooral maar minder pijnstillers slikken. En veel vezels eten. Er werd in die tijd nog helemaal geen link gelegd tussen stress (laat staan autisme) en darmproblemen. Recent zag ik een filmpje van een kindje met ASS dat zat te wiegen. Ik deed dat dus ook altijd, dat wiegen, en dat was dus vooral omdat daar de buikpijn enigszins mee onder controle te houden was. Er zijn inmiddels veel onderzoeken gedaan naar buikpijn en darmproblemen bij mensen met autisme. Er lijkt toch wel een duidelijk verband te bestaan, al was het maar puur omdat we door onze voortdurende stress daarmee ook onze darmen belasten.

Wat uiteindelijk hielp, in mijn geval? Volwassen worden, denk ik. Waardoor ik minder bang werd voor dingen. En dus minder stress had. Hoewel ik in mijn 20s en 30s toch vooral de buikpijn leek ingeruild te hebben voor migraine. Hoe dan ook, ik kan in ieder geval wel stellen dat mijn darmen (en de rest van mijn lijf) het prettig vinden als ik een heel voorspelbaar, rustig leven leid. Dus dat doen we dan ook maar!

Posted in Uncategorized | 3 Comments

‘Emoties kijken’

Tijdens mijn werk kijk ik de hele dag YouTube-filmpjes. En dan het liefst korte filmpjes van mensen die te maken krijgen met verschillende emoties. Mijn favoriete emotie is ontroering… als een soldaat zijn gezin verrast met zijn terugkomst na een lange uitzending, of wanneer mannen te horen krijgen dat ze zijn geselecteerd voor de SuperBowl. Mensen die een puppy krijgen voor hun verjaardag of omdat hun oude hondje is ingeslapen. Ik kijk er de hele dag naar. Deels omdat ik zelf ontroerd wil worden, maar ook omdat ik emoties moeilijk vind en ik wil er graag beter in worden. Ik wil ze zó graag leren herkennen.

Emoties zijn lastig. Voor mij leiden ze vaak af van ‘de clou’. Dat is zo in films, in boeken, maar vooral ook in het echte leven. Voor mij gaat de boodschap vaak verloren als er te veel emoties zijn. Ik sla vaak een paar bladzijdes over, of ik speel in films en series de ’emotionele dingen’ even versneld af, zodat ik daar geen ‘tijd aan hoef te verliezen’. Ik kan me ook heel ongemakkelijk voelen bij emotionele dingen op tv. Mensen die uitgebreid afscheid nemen bijvoorbeeld. “Ja ja, whatever, schiet nou maar op, die trein vertrekt zo…” Maar emoties horen er wel bij, en om goed te kunnen functioneren in dit leven is het wel handig dat je als autist een beetje leert hoe ze werken en hoe je erop moet/kunt reageren. En voor mij werkt dat dus het beste door die YT-filmpjes te bestuderen. Ik betrap mezelf er dan ook wel eens op dat ik heel dicht met mijn neus op mijn scherm zit, om zo goed mogelijk alle gezichtstrekken (micro-expressies) te bekijken. En ik schijn ze ook ‘na te doen’: ik kopieer tijdens het kijken het gedrag dat ik zie op mijn scherm, alsof ik aan het oefenen ben.

Toen ik net in mijn diagnoseproces zat, zat een vriendin van me ook in een diagnosetraject, maar dan voor borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS). Tijdens een gezellig etentje bij mij thuis deden wij allebei een online test om emoties te herkennen. Je kreeg ongeveer 20 gezichten te zien en moest aangeven welke emotie deze gezichten vertoonden. Ik dacht dat ik het best goed had gedaan, dus toen ik een dikke onvoldoende scoorde en mijn BPS-vriendin glansrijk slaagde, was dat wel even slikken. Ik had altijd echt het idee dat ik emoties toch wel goed kon herkennen. Niet dus!

Vorige maand was ik op een vertalersborrel en sprak ik een collega. Zij heeft een zoontje met een autismespectrumstoornis, en we hadden het daar eerder al over gehad. Tijdens het gesprek merkte ik dat ik iets zag in haar gezicht, een emotie. Het leek alsof ze ging huilen, maar ik kon het inhoudelijk niet goed plaatsen, omdat het gesprek daar (volgens mij) geen aanleiding toe gaf. Toevallig kwam het gesprek op het herkennen van emoties, en ik zei dat ik daar soms echt hard aan moest werken. En ik zei ook dat ik niet wist of ik het wel goed deed, want dat ik nu ‘waarnam’ dat zij moest huilen. En toen zei ze dus dat ik dat heel goed had gezien, want dat de tranen haar heel hoog zaten (niet per se door het gesprek dat wij aan het voeren waren). Het voelde als een overwinning! Ik had het goed gezien! Het oefenen werpt zijn vruchten af!

Dus … als mensen wel eens zeggen “Wat zit jij veel op YT, of op TikTok!” Stop daarmee! Ik studeer! 😉

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Ben ik een ‘Karen’?

Zijn de meeste Karen’s die je op internet ziet eigenlijk overprikkelde vrouwen met autisme?

Op social media zie je ze regelmatig voorbij komen: grappige of soms ronduit schofferende filmpjes over Karen’s: vrouwen die helemaal doorslaan in het een of ander, of die zich voortdurend beroepen op hun witte-mensen-privilege om iets gedaan te krijgen. Eerst maar eens even een Wikipedia-definitie:

Karen is een pejoratieve term die in de Verenigde Staten en andere Engelssprekende landen wordt gebruikt voor een vrouw die zich disproportioneel bevoorrecht of veeleisend gedraagt. De term wordt tevens gebruikt voor vrouwen (of mannelijke Karens) die zelf problemen zoeken door zich bemoeizuchtig te gedragen of niet krijgen wat ze willen en dan vragen naar een leidinggevende of politie bellen veelal zonder reden. Karen is het stereotype van een bevooroordeelde schreeuwerige bemoeizuchtige onuitstaanbare vrouw van middelbare leeftijd – vaak gezien met een gezet postuur, met een vlotte korte blonde coupe.”

Eerlijk is eerlijk, in de meeste Karen-filmpjes herken ik mezelf niet hoor. Ik ben (hopelijk) nogal woke en linksgedraaid, en probeer toch waar ik kan mijn witte privilege in te zetten ‘for the good of the people’. Toch kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat sommige van die filmpjes gaan over vrouwen met autisme die extreem overprikkeld zijn geraakt. Als mij dat overkomt, moet ik ook niet in een sociale setting gaan zitten, of winkelen ofzo, want dan kan ik zomaar flippen over dingen die niet gaan zoals ik wil. Of over mensen die zich niet aan de regels houden, want in tijden van overprikkeling zijn regels mijn enige houvast.* De keren dat ik in mijn tuin heb staan gillen van de overprikkeling door de verbouwingen om mij heen, of toen ze een volledig nieuwe woonwijk in mijn achtertuin aan het bouwen waren zijn niet te tellen. Of in het verkeer uit mijn dak ben gegaan omdat iemand me inhaalde waar dat niet mocht, of zoiets. Flippen is het enige woord dat mijn gedrag dan omschrijft.

En dus herken ik mezelf soms in die vrouwen die zwaar uit hun dak gaan. Zoals de vrouw uit het onderstaande filmpje, die tekeer gaat tegen een voetganger die op het fietspad stapte en haar in de weg liep. Neutraal en realistisch gezien zou je denken “Mens, stel je niet zo aan, je zet jezelf voor aap en je moet het loslaten”. Maar intern weet ik: zo werkt het niet als je eenmaal ‘flipt’.

Dus… daarom ben ik niet zo’n fan van het Karen-filmpjes-fenomeen. Want ‘there but for the grace of [insert own deity] go I’. Ofwel: dat had ik zomaar kunnen zijn, in een van mijn minder glorieuze momenten.

* De persoon die heeft verzonnen dat ‘regels zijn gemaakt om verbroken te worden’ wens ik permanente jeuk en te korte armpjes. Regels zijn nou net NIET gemaakt om ze te breken! Dat is het hele concept van regels, dat mensen zich eraan houden!

Posted in Uncategorized | 1 Comment

Labels, etiketten, stigma’s, diagnoses

Recent vertelde een kennis me ‘ik doe niet aan labels, etiketten, stigma’s en diagnoses’, en ik was het bijna helemaal met haar eens. Maar mogelijk niet op de manier die de meesten zouden vermoeden. Ik kijk hier vaak vanuit een taalkundig (semantisch) oogpunt naar.

Een label en een etiket zijn eigenlijk hetzelfde: een sticker die je ergens opplakt om te laten zien wat erin zit. Denk maar aan de etiketjes op je potjes met kruiden in je kruidenkastje (of laatje, als je geen kastje hebt). Een label of een etiket is iets wat je zelf ergens op kunt plakken. Voor de handigheid, zodat je bijvoorbeeld niet je paprikapoeder en je cayennepeper, die uiterlijk best hetzelfde lijken, met elkaar verwisselt.

Zo kun je een label over je geestelijke gezondheid ook zien: iets waarmee je kan worden geïdentificeerd. Voor veel mensen (meestal juist niet de neurodiversen) is dat een negatief ding, want ‘ieder mens moet zichzelf kunnen zijn’ of ‘ik trek me niks aan van wat mensen zeggen over jou, jij bent jij’. Maar eerlijk is eerlijk, als je een gerecht maakt en je doet er cayennepeper in i.p.v. paprikapoeder, dan krijg je een ander resultaat. En hetzelfde geldt dus ook wanneer je bijvoorbeeld iemand met autismespectrumstoornis ‘toevoegt’ aan een therapie o.i.d. die bestemd is voor mensen met een persoonlijkheidsstoornis: het kan wel, maar geeft het ook het gewenste resultaat?

Een stigma is eigenlijk een sticker (altijd negatief) die iemand anders op jou of op een groep mensen zoals jij plakt. Er bestaan veel verschillende soorten stigma, maar het is bijna altijd een negatief beeld van een bepaalde persoon of groep.

En tot zo ver was ik het helemaal eens met mijn gesprekspartner uit de eerste alinea: ik gebruik deze termen dan ook niet. Maar diagnoses, daar doe ik wel aan. Want diagnoses (goede diagnoses dan wel) zijn fijn. Voor mij is mijn diagnose een opmaat geweest naar meer begrip (bij mezelf en bij anderen), naar betere hulp (die past bij mijn autisme) en naar meer inzicht in wat voor mij nou de definitie is van ‘fijn leven’.

Wat wil ik nou eigenlijk met dit blog? Nou, eigenlijk dat mensen stoppen met het gebruik van woorden zoals label en etiket als ze eigenlijk een diagnose bedoelen. En eigenlijk ook dat mensen eens bedenken dat het ook wel heel fijn kan zijn om ergens een merkteken op te plakken zodat je daar je reactie op kunt afstemmen. Want als ik zeg dat ik autistisch ben, dan hoop ik dat mensen toch af en toe even nadenken over hoe hun gedrag jegens mij invloed kan hebben. Dat hoop ik.

Bedankt voor het lezen!

Groetjes, Anouschka

Posted in Uncategorized | 4 Comments

Licht aan het einde van de tunnel

[Dit bericht heb ik onlangs gepost in een Facebookgroep. Omdat ik uit de reacties merkte dat het fijn was voor vrouwen met een late diagnose om ook af en toe wat hoopvolle geluiden te lezen, heb ik het bericht met een paar aanpassingen nu hier op mijn blog gezet.]

Ik lees veel verhalen van vrouwen die het moeilijk hebben, die erg veel last hebben van hun autisme, die overweldigd worden door alles, met name vlak na de diagnose of na een autistische burnout. Ik kan bij elk bericht dat ik zie wel schrijven ‘oh ja, herkenbaar’ en ‘dat had ik ook’. Maar ik wil ook graag vertellen dat het voor mij nu, 12 jaar na de diagnose, zo heel anders is.

Ik herken elk bericht over overprikkeling, over hooggevoeligheid, over dat je zo prikkelbaar en labiel bent. Maar bij mij ging dat gelukkig ook weer weg. Niet in een week, of in een maand, maar in de loop der tijd. En ook niet voor altijd, ik raak nog regelmatig overprikkeld en meltdowns of shutdowns komen nog steeds (zonder enige regelmaat) voor. Maar die permanente staat van overprikkeling en stress, waarin ik gek werd van mezelf en de hele wereld, dat is gelukkig voorbij. Als je daar middenin zit, is het soms moeilijk te bedenken dat het ooit beter wordt (of dat je er ooit beter mee om kunt gaan). Met autisme heb je nu eenmaal niet zo’n heel goed vermogen om dingen buiten je huidige situatie te kunnen inschatten. Althans, ik niet. Als ik ziek ben, denk ik dat ik me altijd zo ga blijven voelen. En als ik beter ben, kan ik me niet herinneren hoe ik me voelde toen ik ziek was.

Vlak na mijn diagnose kon ik nergens heen, sloot mezelf thuis op want alles, maar dan ook alles irriteerde me of deed me zelfs pijn (zelfs fluitende vogels, ik werd er gek van). Tegenwoordig kan ik weer genieten van de vogels. Ik geef zelfs niks meer om bouwgeluiden in mijn omgeving, terwijl ik daar een paar jaar geleden gek van werd.

Waarom is dat nu anders? Omdat ik mijn leven anders heb ingericht, denk ik. Ik heb heel duidelijk voor mezelf gekozen en ben gestopt met pakweg 75 procent van alle dingen die ik deed om te maskeren wie ik echt was. Doen alsof ik feestjes leuk vond, doen alsof ik graag etentjes organiseerde of bezoek ontving, doen alsof ik graag van huis ging. Dat was een heel proces, en het loopt nog steeds. Ik heb nog steeds de neiging om te camoufleren, dat zit erin gebakken. Maar toen ik me bewust werd dat daar ook veel problemen door kwamen (de stress die dat veroorzaakte), kon ik er ook best wel mee stoppen. En kon ik camouflage gaan toepassen in situaties waarin ik het echt belangrijk vond (in mijn werk bijvoorbeeld).

Thuis ben ik 100 procent mezelf, en omdat ik dat kan én omdat ik zoveel rust in mijn leven heb ingebouwd (niet te veel afspraken, niet te veel sociaal contact), kan ik de dingen die ik belangrijk vind (en dat is natuurlijk voor iedereen anders) wél doen. Ga ik naar een afspraak buiten de deur? Dan doe ik de rest van de dag niks. Moet ik veel werk verrichten? Dan spreek ik niks sociaals af. Zien vrienden me in het openbaar en heb ik daar op dat moment geen zin in? Dan zeg ik ‘sorry, vandaag niet in de stemming voor sociale dingen’ en dan ben ik weer weg. Het allerbelangrijkste wat ik heb geleerd is denk ik ‘voor mezelf kiezen‘, elke dag opnieuw.

Wil je meer weten over mijn weg naar dit punt, lees dan mijn eerdere blogs hier, of neem een kijkje op mijn website www.deautismevertaler.nl

Posted in Uncategorized | 2 Comments

Geen (Syndroom van) Asperger meer…

In 2011 kreeg ik (voor het eerst) een autismediagnose: ik had het Syndroom van Asperger. Dat kon toen nog, want dat was een van de opties die onder de paraplu van het geheel aan autismestoornissen viel in het handboek waarmee werd getest, de DSM-IV. Niet veel later werd die versie van het handboek (IV) vervangen door de huidige versie (5… en ja, dat hoort zo, tot en met de vierde versie werden de Romeinse cijfers gebruikt, en bij de vijfde versie zijn ze overgestapt naar gewone cijfers). En in die DMS-5 werden alle stoornissen die eerder onder die paraplu vielen (Syndroom van Asperger, Klassiek Autisme en PDD-NOS) allemaal onder één term geschaard, ‘Autismespectrumstoornis’.

Dat betekent dat we tegenwoordig niet meer spreken van Asperger of PDD-NOS, maar dat we het hebben over ASS (autismespectrumstoornis). Maar goed, de mens (en zeker de autistische mens) is niet altijd even flexibel en dus wordt de term Asperger toch nog best vaak gebruikt, zeker onder mensen die vóór de invoering van de DSM-5 hun diagnose kregen. En dat begrijp ik wel, maar toch wil ik er wel iets over zeggen.

Waarom ik zelf zeg dat ik autisme heb/autistisch ben, en niet meer dat ik het Syndroom van Asperger heb*, is tweeledig. Ten eerste omdat Dr. Hans Asperger, de Oostenrijkse kinderarts die voor het eerst onderzoek deed naar kinderen (jongens!) met een bepaalde vorm van autisme en dat toen ‘Syndroom van Asperger’ noemde, fout was in de Tweede Wereldoorlog. Niet in de orde van grootte van Josef Mengele, maar toch… er kleeft sinds een paar jaar een naar bijsmaakje aan zijn naam. En daar hoef ik niet zo nodig mee te worden geassocieerd. (In het boek van Bianca Toeps, zie afbeelding, gaat zij hier ook nog even op in.)

Ten tweede ben ik geen fan van de term Asperger omdat best veel van mijn ‘lotgenoten’ een soort ‘meerwaardigheidscomplex’ hebben en zich vaak beter voelen dan de andere ‘mensen met autisme’. Ze willen vaak liever niet de term ‘autisme’ gebruiken. Dat houdt ook verband met de misvatting dat alle mensen met Asperger hoogbegaafd zijn en mensen met bijvoorbeeld klassiek autisme minder begaafd. En volgens mij denken er nog steeds mensen dat als ze zeggen dat ze Asperger hebben, ze dan sneller ‘voor vol’ worden aangezien. Zelf heb ik die associatie niet. Ik kijk/lees/luister nogal veel Amerikaanse true crime, en het gebeurt nogal vaak dat een crimineel (seriemoordenaar, gifmenger, spree killer) later wordt gediagnosticeerd met Asperger. En ik laat mezelf liever niet over diezelfde kam scheren!

Dus … zelf zeg ik het niet meer. Maar als iemand nou aangeeft (in mijn praktijk) dat hij/zij/hen daar toch de voorkeur aan geeft, dan zal ik daar rekening mee proberen te houden. Zoals ik dat ook al uitleg op mijn website De AutismeVertaler

*Ja, ik zie ook de ironie in van het feit dat dit blog ASPIENOUSCHKA heet. Maar ja, dat kan ik nu eenmaal niet meer veranderen in autinouschka ofzo, dan moet ik een nieuw blog beginnen en daar heb ik geen zin in.

Posted in Uncategorized | Leave a comment

Gediplomeerd ervaringsdeskundige!

Yes, sinds gisteren ben ik dus officieel gediplomeerd ervaringsdeskundige. Ik heb hiervoor de opleiding Ervaringsdeskundige bij Laudius gevolgd. Ik schreef hier al een uitgebreid verhaal over dat recent is gepubliceerd op de website van Atypist (klik hier voor de link).

En nu kan ik dus aan de slag. Eerst nog even mijn netwerk opbouwen en tijd vrijmaken in mijn werkagenda (ik ga per 1 januari een dag minder vertalen om me goed te kunnen concentreren op het opbouwen van mijn nieuwe bedrijf, De AutismeVertaler).

En ik ga dit blog wat nieuw leven inblazen. Het is mijn streven om elke maand een nieuw verhaal te posten, dus dat ga ik in mijn agenda plaatsen. Op die ene dag in de week die ik voor ‘all things autistic’ heb gereserveerd!

Wil je meer weten over mijn nieuwe zakelijke avontuur, neem dan even een kijkje op mijn nieuwe website, De AutismeVertaler. Heb je vragen over mijn nieuwe plannen of ben je geïnteresseerd in samenwerking, neem dan via de contactpagina van de website contact met me op.

Tot snel!
Liefs, Anouschka

Posted in Uncategorized | 1 Comment

Communiceren bij stress: ga ik dat ooit leren?

Ik heb nu bijna 10 jaar mijn autismediagnose, en ik heb veel geleerd. Maar één ding lukt me nog steeds niet: als ik gestrest ben, kan ik nog steeds niet communiceren. Ik heb 100.000 dingen die ik dan wil zeggen, maar ze komen gewoon niet uit mijn mond. Ik schrijf hele vellen vol met steekwoorden en gedachten die door mijn kop razen, maar ook die dingen kan ik niet voorlezen of opzeggen.

Iedereen die me kent weet dat ik niet vaak om woorden verlegen zit. Ik ben redelijk eloquent zelfs. Geef me een onderwerp en ik lul er met gemak een half uur over vol. Ik geef lezingen, lessen, cursussen. Nooit een probleem. Maar als er stress bij komt kijken én er zijn emoties mee gemoeid: silencio! Of liever gezegd: onzinnig gewauwel.

Het overkwam me dit weekend. De stress was torenhoog opgelopen, ik had plannen die in de soep liepen, ik had afspraken die ik niet ging halen en wat emotioneel gedoe tussendoor. Ik had geen controle over de situatie, ik werd steeds onrustiger en vooral ook bozer en dus besloot ik de koe bij de hoorns te pakken en even een knoop door te hakken. Dat klinkt zo simpel, maar eenmaal aan de telefoon kwam er dus niks zinnigs uit mijn mond. Ik geloof dat ik heb gezegd dat ik dit niet wilde, of dat ik niet kon. Dat was wel de kern van de boodschap, dus toch een klein applaus voor mezelf, maar ik wilde daarbij hele mooie, welbespraakte en goed doordachte uitleg geven. Helaas, pindakaas. Dat kwam dus allemaal niet uit de verf. Gelukkig was de aanhoorder wel wat van me gewend en kreeg ik de volgende dag de kans om mijn warrige verhaal wat helderder uiteen te zetten. Maar het blijft een frustratie: niet uit mijn woorden kunnen komen als het nodig is. Ach, wie weet, over nóg eens tien jaar…Autishirt

Posted in Uncategorized | 2 Comments

Dag, ideale wereld, vaarwel…

De laatste dagen worstel ik een beetje met mijn gevoelens. Niks nieuws, gevoelens zijn mijn kryptoniet, kun je wel stellen, ik vind me dat een partij ingewikkeld!

Ik kan het het beste omschrijven als verdriet. Ik ben verdrietig omdat de coronawereld, die rustige, huismus-achtige tijd waarin niks gebeurde en niemand ergens naartoe kon, op zijn eind lijkt te komen. Mensen hebben weer vooruitzichten op sociale dingen en staan te trappelen om weer af te spreken, van alles te gaan ondernemen, sociaal te gaan doen.

Waarom dan mijn verdriet? Je zou toch zeggen “wat fijn, eindelijk weer normaal!” Maar voor mij voelt het als een soort van afwijzing. Mensen hebben twee-en-een-halve maand mijn leven geleid, het leven dat ik zo ontzettend fijn vind, en ze haten het! Ze kunnen niet wachten tot het voorbij is. En dat leidt ertoe dat ik me, hoe gek het ook klinkt, een beetje afgewezen voel.

Ik vond het zo heerlijk, dat gevoel alsof iedereen nu was zoals ik ben. Dat is toch wel een rode draad in mijn leven: ik wil erbij horen, maar kan (wil) me niet aanpassen, en dus hoop ik altijd dat de rest zich aanpast aan mij. Normaliter weet ik dat dat geen reële hoop is, maar dit keer was het dus wél zo. Ik vond het dan ook zo raar dat mensen erover aan het klagen waren, want voor mij is dit ‘De Leven’! Who cares dat je niet kan gaan borrelen, dat je alle festivals misloopt, dat je niet met je familie mag knuffelen!

Ik heb het gemakkelijk, dat snap ik wel. Ik heb geen huidhonger, of aanraakverlangen of hoe je dat ook wilt noemen. Zelfs in normale tijden word ik liever niet aangeraakt of geknuffeld. Borrelen hoeft voor mij ook niet zo nodig, zeker niet nu ik niet meer drink, en op een festival ben ik doodongelukkig als ik mezelf niet heel erg kan verdoven met drank en drugs. Voor mij is virtueel contact al ruim voldoende. Gewoon Whatsappen; beeldbellen en gewoon bellen vind ik al niet eens nodig. Voor mij is het geschreven woord meer dan genoeg. Ik heb geprobeerd om te Zoom-borrelen (want dat hoort er nu eenmaal bij), maar dat was niks voor mij. Ik heb ook een vrijmibo gedaan met zus en vriendin, maar ook dat vond ik maar lastig via beeldbellen, dus daar zijn we ook maar mee opgehouden.

Ik ga heus wel accepteren dat het voorbij is. En mijn verdriet daarover ebt echt wel snel weg. Maar ik ga deze periode nog lang koesteren in mijn herinnering als de tijd dat iedereen leefde zoals ik. Dat ik me voor het eerst in bijna 50 jaar hetzelfde voelde (nou ja, bijna dan) als alle andere mensen…

Posted in Uncategorized | 4 Comments